|

Duurzaam in beweging: Agrarische innovatie in de Experimenteerregio Achterhoek

Het pad van Nieuwe vormen van ondernemen ontvouwt zich via drie verrassend verschillende initiatieven: samenwerking in de korte keten, monovergisting en de kweek van meelwormen. Ieder project laat zien hoe agrarische ondernemers op eigen wijze nieuwe bedrijfsmodellen verkennen. Door deze vernieuwende vormen van ondernemerschap samen te verkennen, wordt stap voor stap gebouwd aan een toekomstbestendige regio.

Binnen de Experimenteerregio Achterhoek bundelen we de krachten om de landbouw in de regio toekomstbestendig te maken. Dit doen we door te ontdekken, experimenteren en vernieuwen in samenwerking met de agrarische sector in de regio. We richten ons op vijf ontwikkelpaden die bijdragen aan een sterke en toekomstbestendige landbouw. Het afgelopen jaar startten zes innovatieprojecten en zes boerenexperimenten, waarbij we waardevolle kennis opdoen en breed delen binnen en buiten de regio. De komende tijd zetten we per ontwikkelpad inspirerende projecten en experimenten in de schijnwerpers. De vijf ontwikkelpaden: Biodivers landschap Nieuwe vormen van ondernemen Vruchtbare bodem Minder input en minder emissie Dierwaardig en plantaardig

Product- en ketenontwikkeling: Achterhoekse granen en eiwitten in de korte keten

Het eerste project gaat over de verwaarding van regionale teelten in de korte keten. Drie Achterhoekse boerderijen – Varkens- en akkerbouwbedrijf De Goed Gevulde, groentekwekerij Smits en melkveebedrijf Burgerboerderij De Patrijs – bundelden hun krachten met koks en verwerkers om nieuwe producten te ontwikkelen op basis van lokale granen en bonen. Dit leidde tot innovatieve producten te koop in de korte keten. Binnen dit project experimenteren en leren de boeren met en over de teelt van gewassen als veldbonen, groene bonen, vuurbonen, huttentut  en amarant. Samenwerkingen met De Boonzaak, Foodvia en Lokaal Amersfoort resulteerden in producten, zoals tempeh van vuurbonen, diverse spreads van bonen met bijvoorbeeld mierikswortel en komijn, vegaburgers en falafel en lokaal geconserveerde bonen in pot.

Om kennis over de productie over te dragen, zijn workshops georganiseerd. Burgerboerderij De Patrijs heeft inmiddels een eigen keuken en iemand in dienst voor de wekelijks productie van spreads, die lokaal verkocht worden. Conservering op kleine schaal is nog een uitdaging, evenals het vinden van efficiënte productielijnen en duurzame verpakkingsoplossingen. Daar wordt hard aan gewerkt. Er is veel enthousiasme bij de boeren, maar ook voor de producten. ‘Mensen kopen, omdat ze de boer kennen’, zegt Jacqueline Bulsink, die samen met Charlotte Derksen betrokken is bij dit traject. ‘De uitdaging ligt in het opschalen van productie zonder verlies van kleinschaligheid en ambachtelijkheid, terwijl boeren hun regie behouden en samenwerking versterken.’

Monomestvergister als nieuw verdienmodel voor melkveebedrijven

In het tweede initiatief werd een nieuw mestvergistingsconcept getest, gericht op het kleinschalig produceren van biogas met een aanzienlijk hogere opbrengst dan traditionele methoden. Naast produceren van melk kan de productie van biogas een extra product vormen als onderdeel van het bedrijfsmodel van melkveehouders. De kern van dit concept is de Anaerobe Membraanbioreactor oftewel an-MBR monomestvergister, waarin dagverse rundveedrijfmest wordt gescheiden in een dunne en dikke fractie. De dunne fractie wordt vervolgens vergist in een an-MBR, die volgens labtesten 1,5 tot 2 keer meer biogas per m³ oplevert dan conventionele installaties.

Door de compacte opzet van de bioreactor en het innovatieve membraan, blijft de verblijftijd kort en de installatie relatief compact. Dit kan leiden tot lagere investeringskosten en maakt de techniek toegankelijk voor een bredere groep melkveebedrijven. ‘Het is vergelijkbaar met de aanschaf van een melkrobot,’ zegt Arjan Prinsen. Stichting Biomassa voert het project uit in samenwerking met projectpartners RWB en Maatschap Prinsen.

‘De businesscase voor biogas ziet er veelbelovend uit, maar voor het gebruik van de dunne fractie als meststof zijn nog aanvullende onderzoeken en goedkeuringen nodig. De grootste uitdaging ligt in de regelgeving en de wetenschappelijke onderbouwing van de techniek, maar de potentie voor boeren als energie- en meststoffenproducent is aanzienlijk. Onderzoekers van Wageningen Research van de WUR begeleiden de pilot. Als je iets hebt dat onomkeerbaar goed is, dan komt het vanzelf goed,’ aldus Prinsen.

Proef met meelwormen als voeding voor pas uitgekomen kuikens bij broederijen

Het laatste voorbeeld in het kader van het ontwikkelpad Nieuwe vormen van ondernemen betreft de kweek van meelwormen. Een vrij nieuwe bedrijfstak die mogelijk perspectief biedt voor ondernemers bijvoorbeeld in vrijkomende agrarische bebouwing.  Met de kweek van meelwormen worden reststromen omgezet in insecteneiwit en organische meststoffen zonder noemenswaardige uitstoot. De meelwormen kunnen vervolgens als veevoer voor pluimvee dienen. In dit innovatieve experiment wordt onderzocht wat het effect van meelwormen als voeding voor pas uitgekomen kuikens in broederijen is.

Winsect, is de producent van meelwormen en onderzoekt in samenwerking met Royal Pas Reform – een fabrikant van broedmachines uit Zeddam – of levende meelwormen kunnen worden ingezet bij de productie van eendagskuikens. Meelwormen stimuleren natuurlijk gedrag zoals exploreren, pikken en scharrelen, wat het dierenwelzijn bevordert. Daarnaast wordt onderzocht of meelwormen de groei en ontwikkeling van de kuikens verbeteren ten opzichte van regulier voer. Via professionele proeven met dataverzameling en analyse willen zij aantonen dat meelwormen bijdragen aan betere resultaten, zoals een lagere uitval, verbeterde gewichten en efficiëntere voederconversie. Daarnaast worden welzijnsparameters zoals voetzoollaesies en eetgedrag in de hatcher geanalyseerd.

Eerder onderzoek toonde aan dat kuikens graag (levende) meelwormen eten en dat dit een positief effect heeft op hun groei en ontwikkeling. Het sluit bovendien goed aan bij hun natuurlijke dieet. Verwacht wordt dat het welzijn van de kuikens verbetert en de uitval vermindert. Daarnaast kunnen robuustere kuikens mogelijk minder antibiotica nodig hebben. Eelco Haaring: ‘De proeven zijn inmiddels afgerond en de verzamelde data worden momenteel geanalyseerd om de impact van deze innovatieve aanpak te bepalen.’