Stortplaatsen Achterhoek tot in lengte van jaren goed geregeld

De provincie Gelderland staat garant voor eeuwigdurende nazorg voor de Achterhoekse stortplaatsen ’t Bellegoor in Beltrum en de WAL en WALD in Winterswijk. Die afspraak is vandaag in het Kulturhus in Haarlo bekrachtigd met het tekenen van een bestuursovereenkomst.

 De provincie heeft de wettelijke taak om de nazorg te organiseren voor stortplaatsen die gesloten zijn na 1 september 1996. Zo valt sinds 1 januari 2018 de voormalige stortplaats De Langenberg in Zelhem onder de hoede van de provinciale nazorgorganisatie. Door nauw overleg en samenwerking tussen de voormalige Regio Achterhoek en de provincie Gelderland, valt ook de nazorg van ’t Bellegoor en de WAL en WALD onder verantwoordelijkheid van de provincie, ondanks dat deze stortplaatsen van voor 1996 dateren. Vanuit de zogenaamde Langenbergreserves is € 17,5 miljoen gereserveerd om de eeuwigdurende nazorg voor de stortplaatsen mogelijk te maken.

Met de bestuursovereenkomst komt definitief een einde aan de afvaltaak van de regio. Overigens wordt de ondergrond van de stortplaatsen geen eigendom van de provincie; de gemeente Winterswijk is al eigenaar van de ondergrond van de WAL en WALD. Voor ’t Bellegoor wordt Groot Zevert Biovergisting eigenaar en kan daarmee haar plannen voor een innovatiecentrum voor duurzaamheid realiseren.

Ontstaan een aanpak stortplaatsen Achterhoek

In de jaren zeventig ontstonden de regionale stortplaatsen. In de Achterhoek waren dat De Langenberg in Zelhem, de WAL en WALD in Winterswijk, ’t Bellegoor in Beltrum en Maatman in Azewijn. Met het aanscherpen van de milieuregels in de jaren tachtig werden de eisen voor stortplaatsen strenger. En de stortplaatsen maakten plaats voor één regionale stortplaats: De Langenberg in Zelhem. De overige stortplaatsen werden afgebouwd en sloten eind jaren tachtig, begin jaren negentig de poorten. Omdat de verwachting was dat de Langenberg snel vol zou zijn, werd deze stortplaats in 1989 flink uitgebreid. Tegelijk werd gezocht naar een nieuwe stortlocatie in de Achterhoek. Om de stroom afval in te dammen besloot de toenmalige Regio Achterhoek ontmoedigingstarieven in te stellen. Het leidde tot meer hergebruik en recycling. Daarnaast leverde het de regio een forse financiële reserve op: de Langenberggelden. Door het succes van afval scheiden bleek een nieuwe stortplaats uiteindelijk niet nodig. 

Na sluiting van de Langenberg (1996) besloot Regio Achterhoek om het geld uit de Langenberg-reserves in te zetten voor bovenafdichting en eeuwigdurende nazorg; niet alleen van stortplaats De Langenberg maar ook van ’t Bellegoor en de WAL en WALD. Het restant van de reserves is uitgekeerd aan de betrokken gemeenten.