Aanleg glasvezel buitengebied Achterhoek vertraagd
Snel internet voor het buitengebied komt er, maar het duurt langer dan gehoopt. “We wilden sneller dan mogelijk was”, zegt gedeputeerde Jan Jacob van Dijk. Provincie en gemeenten werken nu aan een passende aanpak binnen de mogelijkheden van Brussel. Het gevolg is dat een concreet aanbod aan bewoners voor snel internet in het buitengebied nog ongeveer een jaar gaat duren.
10 gemeenten spannen zich samen met de provincie enorm in om ook in het buitengebied van de Achterhoek snel, toekomstbestendig internet te kunnen aanleggen. Onmisbaar voor de economische gezondheid van onze regio! Zorg op afstand, thuis werken, online winkelen, toerisme; enkele voorbeelden die meer en meer bandbreedte vragen.
Eigen bedrijf
Een jaar geleden nodigde de provincie marktpartijen uit tot aanleg van een netwerk. Interesse bleek minimaal en partijen kwamen niet tot overeenstemming. Provincie en gemeenten besloten daarom zelf een netwerk aan te leggen en daarvoor een eigen bedrijf op te richten. Europese wetgeving leek daarvoor mogelijkheden te bieden, maar recent is gebleken dat de regels anders moeten worden uitgelegd dan was verwacht.
Vertraging
Provincie en gemeenten zijn hierover in gesprek met verantwoordelijk minister Kamp van Economische Zaken. In september staat een volgend overleg gepland. Samen zijn zij op zoek naar een passender aanpak binnen de mogelijkheden van Brussel, bijvoorbeeld als het gaat om ongeoorloofde staatssteun. De aanleg van het netwerk moet nu via een aantal stappen met tussentijdse toetsing in de markt. Die stappen, en de daarbij horende (reactie)tijd, vragen ongeveer een jaar. Tot die tijd kan bewoners en bedrijven in het buitengebied helaas nog geen concreet aanbod voor snel internet worden gedaan. Ook is nog niet precies duidelijk welke gevolgen dit alles heeft voor het op te richten eigen glasvezelbedrijf.
Minimale snelheid
Eén van de knelpunten is dat zowel het Rijk als Europa een snelheid van 30 Mbit/s voldoende vinden. Uit verschillende onderzoeken blijkt echter dat een toekomstvaste internetverbinding minimaal een capaciteit van 100 Mbit/s dient te hebben. Dat is ook de doelstelling van de provincie en de 10 gemeenten. Hun zorg is dat bij een ondergrens van ‘slechts’ 30 Mbit/s marktpartijen hun bestaande infrastructuur opwaarderen voor de aantrekkelijkste delen van het buitengebied, terwijl zij geen echt toekomstvast netwerk realiseren.
Staatssteun
De adressen waarvoor marktpartijen nu en in de komende 3 jaar geen snel en toekomstvast netwerk willen aanleggen vormen samen de zogenaamde ‘witte gebieden’. In die gebieden mag de overheid een breedbandnetwerk laten aanleggen zonder dat sprake is van ongeoorloofde staatssteun. De eerder genoemde ondergrens van 30 Mbit/s maakt dat de ‘witte gebieden’ kleiner zijn dan provincie en gemeenten wenselijk achten. Hierdoor zijn de business cases voor nieuwe initiatiefnemers om glasvezel aan te leggen moeilijk sluitend zijn te krijgen.
Realistisch
Gedeputeerde en wethouders zijn teleurgesteld over het uitstel. Ze zijn zich bewust van de noodzaak van snel internet en gespitst om dat zo snel mogelijk te realiseren. Ze zijn echter realistisch in de mogelijkheden. Gedeputeerde Jan Jacob van Dijk steekt de hand ook in eigen boezem. “We wilden kennelijk sneller dan mogelijk was, moet ik concluderen. Dit tijdspad is realistischer.” Wethouder Paul Seesing van Bronckhorst: ”Wat de toekomst brengt weet je nooit, maar ik heb er vertrouwen in dat we met deze aanpak tot een goed resultaat komen. Ja, het duurt langer, maar we gaan door!”