Data als sleutel voor slimme en duurzame mobiliteit in de Achterhoek
De Achterhoek staat voor grote transities. Hoe houden we onze dorpen bereikbaar, het energiesysteem in balans en de regio leefbaar, terwijl er tegelijk nieuwe woningen en bedrijven bij komen? Volgens Hiltjo Carp, betrokken bij de thematafel Mobiliteit, is de sleutel steeds vaker te vinden in data. “Meten, begrijpen en dan onderbouwd beleid toepassen, dát is de manier waarop we hier vooruitgang boeken.” Mobiliteit raakt immers aan alles: werk, onderwijs, zorg, economie en energie. Toch wordt beleid vaak nog gebaseerd op aannames. Carp ziet dat anders. “Als je weet hoeveel verkeer er langs een bepaalde weg gaat, hoeveel laadpalen er worden gebruikt of hoe groot de verplaatsingen van forensen zijn, dan kun je beleid maken dat écht aansluit bij de praktijk.” Daarbij benadrukt hij dat data nooit een doel op zich zijn. “Het gaat niet om de cijfers, maar om de inzichten. Data helpen ons knelpunten te herkennen voordat ze groot worden. Daarmee kunnen we niet alleen geld besparen, maar ook overlast en frustratie voorkomen.”
Laadinfrastructuur
Een tastbaar voorbeeld is de laadinfrastructuur. In de Achterhoek wordt nauwkeurig gemonitord hoe laadpalen gebruikt worden. “We zien of er pieken zijn, hoe lang auto’s blijven staan en of er bijvoorbeeld een structureel tekort is op een bepaalde plek. Dan kun je onderbouwd beslissen om een paal bij te plaatsen. Soms kan dat op een bestaande aansluiting, wat veel goedkoper en sneller is. Zonder data zou je dat niet weten.” Volgens Carp is dit ook essentieel richting de toekomst. “Het aantal elektrische voertuigen groeit snel. Als je die ontwikkeling niet slim begeleidt, loop je tegen netcongestie aan. Met data kun je daar proactief op sturen.” Daarbij ontstaan ook nieuwe kansen, zoals elektrische auto’s en vrachtwagens als ‘batterijen op wielen’. “Stel je voor: duizenden auto’s die niet alleen stroom vragen, maar ook terugleveren aan het net op momenten dat dat nodig is. Dan verandert mobiliteit van een belasting in een oplossing voor de energietransitie. We staan pas aan het begin, maar de pilots zijn er al.”
De kracht van data gaat verder dan mobiliteit alleen. Carp werkt mee aan de Achterhoekse Atlas, een dataplatform waarin thema’s samenkomen: van verkeer en energie tot demografie en economie. “Met die Atlas kun je scenario’s doorrekenen. Bijvoorbeeld: wat gebeurt er als er een nieuwe woonwijk komt? Hoeveel extra verkeer levert dat op, wat betekent dat voor de lokale winkels, en hoe past dat binnen de capaciteit van het net? Zo maken we de verbinding tussen mobiliteit, economie en leefbaarheid.” Daarmee is de aanpak in de Achterhoek uniek. “We proberen de samenhang zichtbaar te maken. Geen losse dossiers meer, maar integraal kijken. Want een weg aanleggen zonder te kijken naar energie of woningbouw, dat is beleid van gisteren. De kracht zit in de combinatie.”
Toch is er ook een uitdaging: data zijn vaak abstract, terwijl beleid en uitvoering om mensen draaien. Carp ziet dat als zijn belangrijkste taak. “Je moet data vertalen naar verhalen en keuzes waar bestuurders, inwoners en ondernemers iets mee kunnen. Alleen dan wordt het waardevol. Een grafiek zegt niks als je niet uitlegt wat het betekent voor de leefbaarheid in een dorp.” Het persoonlijke drijft hem daarbij. “Dit is mijn regio. Ik woon hier, mijn kinderen groeien hier op. Alles wat we doen raakt direct aan het dagelijks leven van mensen. Mobiliteit en energie klinken technisch, maar het gaat uiteindelijk om of je makkelijk naar school of werk komt, of je dorp leefbaar blijft en of je samen de toekomst aankunt. Dat motiveert me elke dag.”
Volgens Carp is dit pas het begin. “De beschikbaarheid en kwaliteit van data nemen alleen maar toe. Dat geeft ons steeds meer mogelijkheden om te sturen, slimmer samen te werken en sneller te schakelen. Als we erin slagen om die kennis goed te benutten, kunnen we de Achterhoek echt toekomstbestendig maken – zonder telkens achter de feiten aan te lopen.”