Spoor Achterhoek-Münsterland heeft potentie
Bestaande tracés reserveren; reactivering van de spoorlijn is op termijn haalbaar en gewenst voor grensoverschrijdende arbeidsmarkt en onderwijs.
Op 12 juni is in Oeding (D) het resultaat gepresenteerd van het haalbaarheidsonderzoek naar een spoorverbinding Arnhem-Achterhoek-Münsterland. Dat gebeurde tijdens de jaarlijkse ontmoeting van burgemeesters uit de Regio Achterhoek en de Kreis Borken.
Uit het onderzoek blijkt dat op dit moment de reizigersaantallen te laag zijn om een grensoverschrijdende spoorverbinding te realiseren. Maar in de toekomst kan dit er heel anders uit gaan zien. Het meest haalbaar lijkt een reactivering van het tracé Winterswijk-Borken, waarover tot in de jaren zestig nog personenvervoer ging. Dit tracé sluit aan op de bestaande spoorverbinding van Borken met Essen. Via een in de toekomst te realiseren verbinding vanaf Bocholt over Borken komt er ook een aansluiting richting Münster. En via Zutphen en Winterswijk krijgt ook Apeldoorn dan een snellere verbinding met Duitsland.
De in 2001 gereactiveerde spoorlijn Gronau-Enschede toont aan dat er behoefte is aan grensoverschrijdende OV-verbindingen. Momenteel reizen daar dagelijks meer dan tweeduizend personen. Dat zijn vooral werkenden en studenten, maar ook het aantal dagjesmensen en toeristen neemt gestaag toe.
Positieve effecten op grensregio’s
De bestuurders spraken uit dat een revitalisering zeker ook positieve effecten zal hebben op de sociaal-maatschappelijke ontwikkeling van beide grensregio’s. Een spoorverbinding draagt daadwerkelijk bij aan het slechten van grensbarrières. Onder andere de arbeidsmarkt en de onderwijsinstellingen zullen er de noodzakelijke infrastructuur door krijgen om grensoverschrijdend te kunnen functioneren.
Het werd duidelijk dat de spoorlijn niet van vandaag op morgen gerealiseerd zal zijn, maar dat het bestaande tracé uitdrukkelijk wel voor een bestemming als spoorlijn gereserveerd moet blijven. Michael Geuckler, directeur van treinvervoerder “Zweckverband SPNV Münsterland”, zei dat er op zijn vroegst over vijftien tot twintig jaar treinen zullen rijden. “Wanneer de grensbarrières verder afnemen en de mensen ook in het buurland willen werken en studeren, is er openbaar vervoer nodig. Dan is ook een reactivering van het spoor denkbaar”. Regiovoorzitter Herman Kaiser benadrukte dat het verbinden van de grensregio’s, op innovatieve en duurzame wijze, centraal moet staan.
De haalbaarheidsstudie is gefinancierd door Regio Achterhoek, Zweckverband SPNV Münsterland en gelden vanuit het INTERREG IV A-programma ‘Deutschland-Nederland’.