Ellen Klein Gunnewiek & Hans Leeflang jureren Achterhoekse inzendingen Eo Wijersprijsvraag
“We hopen op een ontzettend gaaf plan voor de Achterhoek”
Ellen Klein Gunnewiek en Hans Leeflang zijn juryleden voor de Achterhoekse inzendingen van de Eo Wijersprijsvraag[1] Waar Wij Willen Wonen. Zij selecteren samen drie inzendingen die meedingen naar de regionale prijs (in juni) en de landelijke prijs (in september). De opgave luidt: “Hoe kunnen stikstofreductie en klimaatadaptatie samen een hefboom zijn om onze steden en landschappen klaar te stomen voor een aantrekkelijke toekomst?”
Oftewel: hoe ziet onze regio eruit als we deze opgaven in samenhang oplossen, waardoor natuurlijke systemen weer in gezonde balans komen?
Update: inmiddels heeft de eerste selectie plaatsgevonden. Lees welke ontwerpen nu in de running zijn!
Of bekijk direct de ontwerpen voor de Achterhoek:
Aardkundig Fundamentalisme: Werkend Landschap, Neder|land|schap
Operatie Landschap: Angéla Kortleven UFO Urbanism, Carmen van Maercke Fallow, Koen Weytingh ToekomstSterk, Jaap Spaans Kragten, Harry van Duijnhoven Kragten, Bauke de Vries Hogeschool Saxion, Aniek Wierstra Hogeschool Saxion
Noaberschap met een grensoverschrijdende blik: One Architecture, Arcadis
De mens centraal
Ellen en Hans: is er een groter contrast mogelijk? De één: jong, vrouw, geboren & getogen in de Achterhoek, zelfstandig adviseur & ontwikkelaar voor ruimtelijke plannen, een doener die continu op pad is. De ander: gepensioneerd stedenbouwkundige, man, naar de Achterhoek getrokken nadat hij het grootste deel van zijn leven in de Randstad woonde en werkte. Denker en filosoof, oprichter van de Eo Wijers Stichting en daarin jarenlang betrokken geweest bij de driejaarlijkse prijsvraag.
Wat er bij beiden van afspat, is liefde voor het cultuurlandschap van de Achterhoek en voor de mens die er woont, werkt en leeft.
De Achterhoek: Waar mensen elkaar ontmoeten
“De jaren zeventig van de vorige eeuw waren revolutionair wat betreft stedelijk ontwerpen en bouwen. Het ‘sociale element’ maakte opmars. De stadsvernieuwing kreeg vorm. In plaats van rechte rijen huizen en flats kwamen er woonerven en straatjes met bochten. Er was veel aandacht voor ‘shared space’: ontmoetingsplekken in de openbare ruimte. Precies het karakter dat de Achterhoek van oudsher vertoont: mensen ontmoeten elkaar hier als vanzelf in het groene, agrarische landschap, waar de kerkdorpen verbonden zijn door slingerende wegen. Een landschap dat mede is gevormd door de cultuur: elkaar makkelijk weten te vinden (naoberschap) en de kerk als gemeenschappelijke identiteit. Heel mooi gesymboliseerd in het ontwerp van de Achterhoekvlag.”
Landschapsinrichting: doe het regionaal
Hans Leeflang begon vijf decennia geleden als stagiair bij de Rijksplanologische Dienst, waar Leonard Wijers toen directeur was. “Men zag daar haarscherp dat de grootste planologische opgaven een regionale aanpak nodig hebben, want alleen regio’s hebben het juiste schaalniveau. Dat komt omdat ze een natuurlijke samenhang laten zien in hun fysieke en culturele karakter. Ideaal dus om als basis voor ruimtelijk ontwerp te gebruiken. Maar juist op dat niveau missen we een overheidslaag. Dus gaan het Rijk en de provincie ermee aan de slag. En vergeten we daardoor nogal eens de natuurlijke orde van het landschap en van de gemeenschap die er in leeft.”
‘Dorpsbouwkunde’
Voor de Achterhoek liggen er drie grote opgaven die idealiter in één plan getackeld worden: er moeten (veel) meer woningen komen, water- en bodembeheer vragen (onder andere door de klimaatverandering) om een sterke, nieuwe aanpak en ook de landbouw heeft dringend een nieuw perspectief nodig.
Hoe ziet dat wonen van de toekomst er uit? Gaan we Vinexwijken neerzetten in de Achterhoek? Geen moeilijke vraag voor Ellen en Hans. Ze pleiten voor ‘dorpsbouwkunde’, die recht doet aan het oorspronkelijke cultuurlandschap met erven, landgoederen en kerkdorpen. En voor ‘hubwonen’ in over de regio verspreide clusters die goed bereikbaar zijn met nieuwe vervoersvormen, zoals deelauto’s. Dus geen verstedelijking en al helemaal geen vakantiepark-achtige opzet. Ook de door Ellen ontwikkelde wijkaanpak sluit hier naadloos op aan. Juist door z’n oorspronkelijke kwaliteiten te versterken, behoudt de Achterhoek zijn mooie en sociale karakter. En kunnen mensen er gelukkig leven.
Vernieuwend! Samenhang! Mooi!
Hoe zou de ideale inzending eruitzien? Ellen en Hans hopen op een ontzettend gaaf plan voor de Achterhoek. Hans: “Soms krijg je een schok van blijdschap bij een ontwerp. Ik zie straks graag iets dat vernieuwend is, met een samenhangende benadering, aansluitend op de kleinschaligheid van de regio. Natuurlijk moet het ook esthetische kwaliteit hebben. De ontwerpers begrijpen idealiter in welk krachtenveld wij hier zitten en vertalen dat in hun plan: met oplossingen voor de droogteproblematiek en de noodzaak van vernieuwing in de landbouw, die eveneens de kleinschaligheid bewaken en versterken. Daarnaast moet onze ligging als grensregio ook een plaats hebben in het ontwerp. Verbondenheid met Duitsland is een eeuwenoud en bepalend kenmerk van deze regio.”
Haakje naar de uitvoering
Ellen: “Ik let vooral op de woorden en beelden die de ontwerper gebruikt. Daaruit spreekt voor mij de kwaliteit. Daarnaast vind ik het van doorslaggevend belang dat het ‘hoe’ aandacht krijgt. Het ‘wat’ is vaak wel duidelijk, maar voldoende mogelijkheden om het ontwerp uit te werken zijn minstens zo belangrijk. Groots denken prima, maar wel met een haakje naar ‘klein’ uitvoeren. Zodat snel helder wordt waar je heen wilt, hoe het eruitziet. Dat wil je graag tastbaar voor je zien.”
Aan de slag!
“Als we eenmaal een ontwerp gekozen hebben, is het natuurlijk van groot belang dat het een gezicht krijgt en landt. De Achterhoek krijgt er iets moois mee in handen! Niet alleen inspirerende vergezichten en vernieuwende proefprojecten, maar ook een netwerk van ruimtelijke professionals, die zich verbonden weten met onze regio. De kunst is om ontwerpteams en opdrachtgevers samen te brengen, zodat die aan de slag kunnen. We zien graag dat de stuurgroep haar netwerkkracht inzet om dat proces te begeleiden. Wij kunnen daar zeker een rol in spelen. Graag zelfs”, lachen Ellen en Hans.
[1] De stichting, vernoemd naar bouwkundig ingenieur Leonard Wijers, is al ruim drie decennia een onafhankelijke pleitbezorger voor de inzet van het regionaal ontwerp bij de aanpak van bovenlokale vraagstukken. Ze heeft belangwekkende transitieopgaven over het voetlicht gebracht.
WIE ZIJN ELLEN KLEIN GUNNEWIEK EN HANS LEEFLANG?
Ellen is planologe, afgestudeerd aan de Wageningen Universiteit en sinds 2017 als zelfstandig ondernemer werkzaam voor de woningbouwopgave in Oost-Nederland. Ze werkt onder andere aan het kleine huizenproject in Doetinchem en de Regenboogschool in Oost Gelre, waar verschillende leeftijdsgroepen elkaar ontmoeten. Ook maakte ze zich hard voor het opzetten en uitvoeren van een methodische wijkaanpak bij de Pas in Winterswijk. Een mooi voorbeeld van ‘sociale planologie’ waarbij de gebouwde omgeving ontmoetingen tussen mensen als het ware uitlokt.
Hans is stedenbouwkundige, was bij de Rijksplanologische Dienst verantwoordelijk voor de Vierde Nota RO en de Vierde Nota Extra (Vinex) en onder meer directeur Ruimtelijk Ontwerp en Planvorming (Vrom), directeur Strategie & Coördinatie (V&W), plaatsvervangend directeur-generaal Andere Overheid (BZK) en directeur Kennis, Innovatie en Strategie (I en M).
Sinds hij met zijn vrouw, kinderen en kleinkinderen in de Achterhoek is gaan wonen zeer actief als voorzitter van een lokale innovatie- en belangenvereniging in het buitengebied op de grens van Berkelland en Lochem: burgerinitiatief De Slimste Weg.
HISTORIE
In 1937 vraagt Jac. P. Thijsse in ‘Waar wij wonen’ aandacht voor de schoonheid en kwaliteit van het Nederlandse landschap bij het grote publiek. Waar Thijsse zich bijna 100 jaar geleden al zorgen maakte, is nu de druk op onze leefomgeving nog veel hoger, met als belangrijke oorzaken de nadelige effecten van (stikstof)uitstoot en de zichtbare gevolgen van klimaatverandering in de natuur en ons landschap.
Vind hier meer informatie over: de Eo Wijersprijsvraag en de deelname vanuit de Achterhoek.