Toepassing van RES in de Achterhoek

Versterkt de RES regionale samenwerking op het gebied van verduurzaming of wordt die er alleen maar ingewikkelder door? Frans Langeveld, wethouder in Doetinchem, deelt zijn ervaringen met Nationaal programma RES als ‘trekker’ van de RES Achterhoek.

Acht gemeenten in de Achterhoek sloegen in 2013 in het Akkoord van Groenlo de handen ineen. Samen met ondernemers en maatschappelijke instellingen gingen ze werken aan een energieneutrale Achterhoek voor de gebouwde omgeving in 2030. Het bleek een uitdaging om die ambitieuze doelstelling te vertalen in energiebesparing en opwekking in de vorm van zonneparken, zon-op-dak, windmolens of biomassa. ‘We waren net goed op weg om die abstracte doelstelling concreet en grijpbaar te maken, toen de RES kwam,’ vertelt Frans Langeveld. ‘Daardoor moesten we ons wel weer even heroriënteren.’

Inwoners en ondernemers

In de Achterhoek zijn verschillende samenwerkingsverbanden actief op het gebied van duurzaamheid. Agem, de Achterhoekse aanjager van de energietransitie, is opgericht door de acht gemeenten en inmiddels uitgebreid met dertien energiecoöperaties als medeaandeelhouder. Bij Agem is een gezamenlijk Energieloket ondergebracht, gericht op inwoners. Het bedrijfsleven werkt samen in ‘Achterhoek Onderneemt Duurzaam’, met als doel besparing en verduurzaming van hun bedrijven en bedrijventerreinen. Ook de Omgevingsdienst is hierbij aangesloten.

 

Vertalen naar de RES

Aan duurzaamheidsinitiatieven dus geen gebrek in de Achterhoek. Een mooie basis voor de RES, toch? ‘Onze uitgangspositie is heel goed’, beaamt Frans Langeveld. ‘Toch kun je bestaande lokale of regionale initiatieven niet simpelweg één-op-één vertalen naar landelijk beleid, zoals de RES. De RES streeft, terecht, naar vergelijkbaarheid. Maar werkt daardoor bijvoorbeeld met andere rekenmodellen of samenwerkingsstructuren dan wij. De RES is niet bedoeld om alles ingewikkelder te maken, maar het vertalen van regionale structuren naar de RES kost toch wel extra inspanning en geeft ons, eerlijk gezegd, af en toe ook een beetje stress.’

Praktisch

Intussen zet de Achterhoek sinds dit najaar, met behulp van een programmamanager, alle zeilen bij om goed aan te sluiten bij de RES. Maar dan wel zo praktisch mogelijk, vertelt wethouder Langeveld. ‘Wij hadden bijvoorbeeld al een bestuurlijke tafel ‘Circulaire Economie en Energietransitie’ in de Achterhoek. We wilden geen nieuwe discussies over organisatie en aansturing. Daarom zijn netbeheerder Alliander en het waterschap aangesloten bij de bestaande tafel. Die vormt nu onze RES-Stuurgroep. Omdat wij onze ambities op het gebied van verduurzaming al eerder regionaal hadden vastgesteld, hebben wij geen startnotitie voor de RES gemaakt. We leggen de komende tijd aan de raden, Staten en het algemeen bestuur van het waterschap een voorgangsnotitie voor die zal uitmonden in de concept-RES in juni 2020. We werken die vervolgens uit tot de RES 1.0, die de raden, Staten en het algemeen bestuur dan moeten goedkeuren.’

Concept-bod

Dat de Achterhoek al zoveel heeft voorbereid, biedt ook voordelen, benadrukt Frans. ‘Ons concept-bod is grotendeels duidelijk. We hebben wel in ons hoofd waar en hoeveel wind, zon en bijvoorbeeld biomassa nodig zal zijn. Daarvoor bestaat in principe in de Achterhoek draagvlak. We hebben het ook regionaal laten doorrekenen. Alleen moeten die cijfers nu nog vergelijkbaar worden gemaakt aan de RES. Om de vraag naar en het aanbod van warmte in kaart te brengen, is er een werkgroep aan de slag. Maar ook op dat punt weten we in grote lijnen wel wat er wel en niet kan. De Achterhoek is in het algemeen een dunbevolkt gebied, waar warmtenetten geen oplossing zijn. Wij zullen het, samen met de netbeheerder, vooral moeten zoeken in ‘all-electric’-mogelijkheden en in de toekomst misschien waterstof of biogas.’

Houvast

Biedt de RES de Achterhoek nu vooral hoofdbrekens of toch ook voordelen? ‘De RES kost ons nu extra energie, maar levert ook beslist wat op’, verzekert Frans Langeveld. ‘De RES helpt ons vooral om onze structuur te versterken. Die was tot nu toe nog wat te los-vast. De RES dwingt ons om alles beter vast te leggen en je werkt toe naar vaste ‘mijlpalen’. Dat biedt houvast en duidelijkheid voor alle betrokkenen. Bovendien hebben we voordeel van het aan de RES gekoppelde monitoringssysteem. Zo’n systeem hadden wij nog niet en ook dat helpt ons om beter gestructureerd te werken. We moeten de komende tijd nog veel doen, maar het komt zeker goed. Wij zijn in de Achterhoek meer doeners dan praters. Dus doorzetten kunnen we wel!’

Bron: Nationaal programma regionale energiestrategie